gebedshuis

gebedshuis van de moslim is de moskee

bij de moskee staan een of meer, smalle torens: de minaretten. deze

verschenen vanaf het einde van de 7e eeuw. vanaf een minaret roept de muezzin (ook wel muaddhin) vijf keer per dag op tot het gebed: de salat of sallah, en herhaalt hierbij de sjahada. deze oproep wordt azan(ook wel adzan, athan) genoemd. Andere toevoegingen waren de zuilengangen die de open ruimte (sahn) omringden. Dit type, een grote binnenhof omgeven door overdekte zuilengalerijen, wordt pleinmoskee genoemd. In het inwendige van de moskee is veel aandacht besteed aan de verlichting; er zijn geen zitbanken, maar men knielt neer op tapijten of matten. Men richt zich bij het bidden in de richting van Mekka. Een muur in de moskee staat loodrecht op deze gebedsrichting, die qibla genoemd wordt. De mihrab is een ns in deze muur die de qibla aangeeft. Aan de kant van de mihrab kan ook een minbar, een soort preekstoel, zijn. Vanaf de minbar wordt de vrijdagse preek (khutbah of khotbah) gehouden.